Onze eenden

Onze Indische Loopeenden verdienen natuurlijk ook een pagina - hoe kan het anders.

onze eenden onze eenden onze eenden

Er woedde in onze tuin en vooral in onze moestuin een ware slakkenplaag. Via Seizoenen van Velt kwamen we op het idee een koppel slakkenjagers in te zetten. We moesten nog enkele maanden wachten, totdat we eens op tijd informeerden of er eenden te koop waren.

In de lente van 2006 beleefde Fons Verstrepen een van zijn topdagen. Hij mocht twee eenden uitkiezen, kopen en brengen. Zo kwamen Alfred Jodokus Kwak en Jozefien Kwebbeleend in het offensief tegen de slakken. Maar omdat er meer beesten dan alleen maar slakken in onze tuin rondlopen, moesten ze zich wel eens verdedigen tegen een kat (die dan met de staart tussen de poten afdroop) of tegen een stel eksters. Maar spijtig genoeg lopen er ook gevaarlijkere beesten rond, zoals marters. En toen Jozefien op haar nest begon te broeden, was het er de eerste nacht al mee afgelopen. Ze had haar eieren met haar eigen leven verdedigd - tevergeefs. Sindsdien is broeden hier verboden.

We waagden ondertussen ook een poging om haar eieren machinaal uit te broeden, maar door een thermometer die fout werd afgelezen, moesten we die poging staken.

Omdat Alfred hier maar zielig alleen zat, kocht Fons opnieuw twee eenden. Maar omdat de verkoper eigenlijk niet wist wat Indische loopeenden dan wel waren, kregen we aan Johanna en Antonia twee kuikens van de ‘gewone’ eendensoort.

Op een zondag in die zomer van 2006 beleefde Fons nogmaals een hoogdag. Jozefien (2) Kwebbeleend en Jodoka, twee échte Indische loopeenden, vervoegden Alfred. Johanna en Antonia verdwenen een week later weer naar de verkoper.

Eindelijk was het dus weer in orde: Alfred, Jozefien en Jodoka jaagden samen op slakken. Het resultaat was ondertussen reeds duidelijk: we zagen steeds minder slakken, en de eenden bleven mooi van de planten af.

De winter naderde, en waar de eenden zich in de zomer vaak in de struiken achter in de tuin verstopten, kwamen ze meer en meer in beeld. Het was niet langer spannend wachten op een moment waarop Alfred en Jozefien (1) even de struiken verlieten om daarna er weer onder te kruipen.

En dan was er de sneeuw, met een grappig gezicht tot gevolg. Overal waren er eendepootjes in de sneeuw gedrukt. Winter is geen probleem: de eenden kunnen tot -15° vrolijk buiten rondlopen.

De lente van 2007 bracht natuurlijk een nieuw broedseizoen mee. Alfred begon actief te worden (de hele herfst en winter bleven zijn relaties koel), en Jodoka maakte een nest. Omdat onze ervaringen leren dat broeden gevaarlijk is, stalen we haar eieren en ook haar nest. Die eieren gingen de broedmachine in, waar we een maand lang elke dag de negen eieren drie maal daags draaiden.

Na een spannende maand kwamen er eerst gaatjes in de eieren, en kwamen er op drie dagen tijd zeven kuikens uit de eieren. Een achtste kuiken was in het ei gestorven, het negende ei was niet bevrucht. Maar niet alles liep goed: bij twee kuikens moest wegens een ernstige handicap euthanasie worden uitgevoerd. Een derde kuiken stierf plots.

onze eenden onze eenden onze eenden

Vier kuikens nog over, en vier kuikens groeiden op. Maar vier kuikens was te veel, dus werden er twee woerden verkocht. Die kwamen bij Kojje terecht om de tuin slakkenvrij te maken. De andere twee verhuisden naar de Grote Hert Hoorn, onze boomgaard, waar speciaal een vijver werd aangelegd. Jip en Janneke liepen daar vanaf die dag vrolijk rond (en vonden de vijver nog niet erg prettig). Maar ook nu was het leed niet gedaan, want de eerste nacht werd Jip gepakt. Hij herstelde wel van zijn nekblessure en stelt het wel. Maar dat brengt wel mee dat we ze vanaf dan elke nacht in het tuinhuis aldaar opsloten. Weeral een beetje werk meer in ons ochtendritueel.

onze eenden onze eenden onze eenden

Spijtig genoeg komt er nog een vervolg aan het verhaal: op 18 april 2008 vonden we Alfred en Jodoka dood terug in de tuin. Jozefien werd nooit teruggevonden. Waarschijnlijk zijn ze gepakt door een aantal marters (2 of 3).

Jip en Janneke maakten het gelukkig wel goed, zij werden nog steeds elke nacht opgesloten, en na deze gebeurtenis is besloten dit altijd te blijven doen, ook met nieuwe eenden die we hier zouden zetten.

Natuurlijk konden we niet zonder eendjes in onze tuin, al is het maar dat de slakken opgegeten moesten worden. Daarom kochten we vier eendjes van ongeveer tien weken. In het begin zaten in een klein hok in onze tuin, maar ze groeiden op, dus kregen ze de hele tuin voor hen alleen. Elke nacht werden ze nog wel opgesloten, wat niet steeds eenvoudig was.

onze eenden onze eenden onze eenden

Maar ook Jip en Janneke bleven niet bespaard van ongelukken. Janneke was broeds, en waarschijnlijk heeft dat haar verzwakt, want we vonden haar op een avond dood. Dit ver van haar broedplaats, en zonder enige tekenen van geweld. Waarschijnlijk is zij dus de eerste eend die eens op een vrij natuurlijke wijze overleed.

Jip kon natuurlijk niet alleen achterblijven op dat stuk grond, dus hij verhuisde opnieuw naar onze tuin, waar hij de 4 eendjes vergezelde. De integratie verliep niet helemaal vlekkeloos, maar zonder ruziemaken en na enkele dagen wachten vervoegde Jip zich toch bij de 4 jongste eenden. Sindsdien liepen de 5 eenden ook nog gemakkelijker naar hun hok ’s avonds.

onze eenden

Van links naar rechts: Jip, Negrita, Nele, Quasi-Moda, Lore.

Onze boomgaard was op dit moment echter eendenvrij. Tijdens de lente van 2009, broedden we met een nieuwe broedmachine weer eieren uit, zowel van onze eenden als eieren die we gekregen hadden van een andere eendenhouder. We hadden nu nakomelingen van twee bloedlijnen. Twee ‘vreemde’ woerden, Fred en George, werden samen met twee vrouwtjes op de boomgaard gezet. Omdat we het tuinhuis liever eendenvrij hielden, zetten we een hok waar de eenden elke nacht in opgesloten werden.

Vanaf dan broedden we elk jaar twee maal eieren uit. Helaas stierven de vrouwtjes op de boomgaard en hadden we minder nakomelingen van de eenden in de tuin. In augustus 2012 besloten we Jip en zijn overgebleven vrouwtjes op pensioen te sturen en verhuisden ze naar de boomgaard, die we in twee percelen hadden onderverdeeld. We kochten vijf nieuwe eenden. De vier vrouwtjes werden bij Fred en George gezet, en de woerd, Pico, kwam in onze tuin terecht samen met 3 vrouwtjes van het laatste broedsel. Helaas werd een van deze vrouwtjes, een zeldzame witte eend, ’s morgens na het loslaten gepakt door de vos.